Einde inhoudsopgave
Richtlijn 1999/31/EG betreffende het storten van afvalstoffen
Artikel 6 Afvalstoffen die in de verschillende stortplaatsklassen moeten worden aanvaard
Geldend
Geldend vanaf 04-07-2018
- Bronpublicatie:
30-05-2018, PbEU 2018, L 150 (uitgifte: 14-06-2018, regelingnummer: 2018/850)
- Inwerkingtreding
04-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-05-2018, PbEU 2018, L 150 (uitgifte: 14-06-2018, regelingnummer: 2018/850)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Overheidsfinanciën / Algemeen
De lidstaten treffen maatregelen om ervoor te zorgen dat:
- a)
alleen behandelde afvalstoffen worden gestort. Deze bepaling is niet van toepassing op inerte afvalstoffen waarvan de behandeling technisch niet realiseerbaar is of op andere afvalstoffen waarvoor een dergelijke behandeling niet tot de verwezenlijking van de in artikel 1 vermelde doelstellingen van de richtlijn bijdraagt door vermindering van de hoeveelheid afvalstoffen of de gevaren voor de volksgezondheid dan wel het milieu. De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig dit punt getroffen maatregelen het behalen van de doelstellingen van Richtlijn 2008/98/EG niet in gevaar brengen, met name wat betreft de afvalhiërarchie en de verhoging van de voorbereiding voor hergebruik en van recycling zoals vastgesteld in artikel 11 van die richtlijn;
- b)
alleen gevaarlijke afvalstoffen die aan de volgens bijlage II vastgestelde criteria voldoen, aan een stortplaats voor gevaarlijke afvalstoffen worden toegewezen;
- c)
stortplaatsen voor ongevaarlijke afvalstoffen kunnen worden gebruikt voor:
- i)
stedelijk afval,
- ii)
ongevaarlijke afvalstoffen van iedere andere oorsprong die voldoen aan de volgens bijlage II vastgestelde criteria voor de aanvaarding van afvalstoffen op stortplaatsen voor ongevaarlijk afval,
- iii)
stabiele, niet-reactieve gevaarlijke afvalstoffen (bijv. verharde of verglaasde afvalstoffen) met een uitlooggedrag dat gelijkwaardig is aan dat van de onder ii) genoemde ongevaarlijke afvalstoffen, en die voldoen aan de volgens bijlage II vastgestelde relevante aanvaardingscriteria. Deze gevaarlijke afvalstoffen worden niet gestort in cellen die zijn bestemd voor biologisch afbreekbare ongevaarlijke afvalstoffen;
- d)
stortplaatsen voor inerte afvalstoffen alleen voor inerte afvalstoffen worden gebruikt.