Einde inhoudsopgave
Richtlijn 1999/31/EG betreffende het storten van afvalstoffen
Artikel 7 Aanvragen om vergunningen
Geldend
Geldend vanaf 16-07-1999
- Bronpublicatie:
26-04-1999, PbEG 1999, L 182 (uitgifte: 16-07-1999, regelingnummer: 1999/31/EG)
- Inwerkingtreding
16-07-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-04-1999, PbEG 1999, L 182 (uitgifte: 16-07-1999, regelingnummer: 1999/31/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Overheidsfinanciën / Algemeen
De lidstaten treffen maatregelen om ervoor te zorgen dat een aanvraag om een stortplaatsvergunning ten minste de volgende gegevens bevat:
- a)
de identiteit van de aanvrager en, indien de aanvrager niet de exploitant is, van de exploitant;
- b)
de beschrijving van de soorten en de totale hoeveelheid te storten afvalstoffen;
- c)
de beoogde capaciteit van de stortplaats;
- d)
de beschrijving van het terrein, met inbegrip van de hydrogeologische en geologische kenmerken;
- e)
de beoogde methode ter preventie en vermindering van verontreiniging;
- f)
het beoogde exploitatie-, toezicht- en controleplan;
- g)
het beoogde plan voor sluiting en nazorg;
- h)
indien er ingevolge Richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (1) een milieu-effectbeoordeling moet worden verricht, de door de ontwikkelaar overeenkomstig artikel 5 van die richtlijn verstrekte informatie;
- i)
de door de aanvrager gestelde financiële zekerheid dan wel andere gelijkwaardige voorzieningen als voorgeschreven bij artikel 8, onder a), iv).
Wanneer een vergunningsaanvraag in positieve zin wordt beantwoord, wordt bovengenoemde informatie op verzoek voor statistische doeleinden ter beschikking gesteld van de bevoegde nationale en communautaire organisaties voor statistiek.
Voetnoten
PB L 175 van 5.7.1985, blz. 40. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 97/11/EG (PB L 73 van 14.3.1997, blz. 5).