Onderzoek aan de kleding in de zin van art. 56 Sv.

Documentgegevens:

HR 15-10-2013, ECLI:NL:HR:2013:955

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 15 oktober 2013
Magistraten: Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu
Zaaknummer: 12/01119
Conclusie: A-G mr. A.J.M. Machielse
Vakgebied(en): Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Brondocumenten: Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑10‑2013
ECLI:NL:HR:2013:955, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑10‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:967, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑08‑2013
Wetingang: Art. 56 Sv

Essentie

Het oordeel dat in de vastgestelde omstandigheden ‘het een klein stukje oplichten van de rok’ geen onderzoek aan de kleding in de zin van art. 56 Sv oplevert, is onjuist.

Partij(en)

Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 13 september 2011, nummer 21/004292-10, in de strafzaak tegen D. Adv.: mr. M.H.H. Meulemeesters, te Utrecht.

Voorgaande uitspraak

Cassatiemiddel:

Zie 2.1. (red.)

Conclusie

Conclusie A-G mr. A.J.M. Machielse:

1.

De enkelvoudige kamer van het gerechtshof Amsterdam, nevenzittingsplaats Arnhem, heeft verdachte op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.