Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/819
Art. 81 lid 1 RO. Caribische zaak. Aansprakelijkheid bank voor opzegging; schadestaatprocedure. Hof baseert zijn motivering omtrent causaal verband op de overwegingen en beslissingen van het Gerecht in eerste aanleg.
HR 16-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1161
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 juli 2021
- Magistraten
Mrs. H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
20/01550
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1161, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑07‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:357, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑04‑2021
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Caribische zaak. Aansprakelijkheid bank voor opzegging; schadestaatprocedure. Hof baseert zijn motivering omtrent causaal verband op de overwegingen en beslissingen van het Gerecht in eerste aanleg.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 20/01550
Datum 16 juli 2021
ARREST
In de zaak van
[verzoekster] N.V., gevestigd in [vestigingsplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: [verzoekster],
advocaat: J. de Jong van Lier,
tegen
ARUBA BANK N.V., gevestigd in Aruba,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Aruba Bank,
advocaat: D.A. van der Kooij.