Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/872
Verordening Brussel I-bis. Rechterlijke bevoegdheid. Bevoegdheid voor individuele verbintenissen uit arbeidsovereenkomst; in lidstaat waar werknemer woont gesloten arbeidsovereenkomst voor baan bij onderneming die in andere lidstaat is gevestigd; geen arbeid verricht gedurende looptijd overeenkomst; toepasselijkheid afdeling 5 van hoofdstuk II; uitsluiting nationale bevoegdheidsregels; begrip ‘plaats waar of van waaruit de werknemer gewoonlijk werkt’.
HvJ EU 25-02-2021, ECLI:EU:C:2021:134 (Markt24)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
25 februari 2021
- Magistraten
J.-C. Bonichot, L. Bay Larsen, C. Toader, M. Safjan, N. Jääskinen
- Zaaknummer
C-804/19
- Conclusie
A-G H. Saugmandsgaard Øe
- Roepnaam
Markt24
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2021:134, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 25‑02‑2021
ECLI:EU:C:2020:875, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 29‑10‑2020
- Wetingang
Afdeling 5 hoofdstuk II (art. 20-23) Verordening (EU) nr. 1215/2012 (Verordening Brussel I-bis)
Essentie
BU tegen Markt24 GmbH.
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door het Landesgericht Salzburg (Oostenrijk) bij beslissing van 23 oktober 2019.
Verordening Brussel I-bis. Rechterlijke bevoegdheid. Bevoegdheid voor individuele verbintenissen uit arbeidsovereenkomst; in lidstaat waar werknemer woont gesloten arbeidsovereenkomst voor baan bij onderneming die in andere lidstaat is gevestigd; geen arbeid verricht gedurende looptijd overeenkomst; toepasselijkheid afdeling 5 van hoofdstuk II; uitsluiting nationale bevoegdheidsregels; begrip ‘plaats waar of van waaruit de werknemer gewoonlijk werkt’.
1) Het bepaalde in afdeling 5 van hoofdstuk II van Verordening Brussel I-bis, met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.