Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/258
Medeplegen van medeplichtigheid aan poging tot gekwalificeerde diefstal. Klachten over niet nietigverklaring dagvaarding, gestelde schending van het aanwezigheidsrecht en overschrijding van de redelijke termijn in feitelijke aanleg. Hoge Raad: art. 81 RO.
HR 06-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:161
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 februari 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/02733
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:161, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1510, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑12‑2017
Essentie
Medeplegen van medeplichtigheid aan poging tot gekwalificeerde diefstal. Klachten over niet nietigverklaring dagvaarding, gestelde schending van het aanwezigheidsrecht en overschrijding van de redelijke termijn in feitelijke aanleg. Hoge Raad: art. 81 RO.
Partij(en)
6 februari 2018
Strafkamer
nr. S 16/02733
IV/SG
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 16 maart 2016, nummer 22/001203-11, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1. De verdachte is bij arrest van 16 maart ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.