Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/251
1. Is de verdachte door inzet van infiltranten uitgelokt tot het begaan van de bewezenverklaarde feiten? 2. Afwijzing getuigenverzoeken.
HR 06-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:155
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 februari 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/02936
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:155, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:878, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑06‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑03‑2016
- Wetingang
Essentie
1. Is de verdachte door inzet van infiltranten uitgelokt tot het begaan van de bewezenverklaarde feiten?
2. Afwijzing getuigenverzoeken.
Ad 1. De opvatting dat de inzet van infiltranten uitsluitend toelaatbaar is als de verdachte reeds een begin heeft gemaakt met de gedragingen die hem (uiteindelijk) worden verweten, is in haar algemeenheid onjuist. Ook uit de rechtspraak van het EHRM volgt dit niet, nu deze immers inhoudt dat de inzet van infiltranten toelaatbaar is indien de betrokkene zich inlaat met criminele activiteiten of indien zijn opzet reeds tevoren op het plegen van een misdrijf was gericht. Het hof heeft vastgesteld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.