Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/256
Medeplegen van medeplichtigheid aan poging tot gekwalificeerde diefstal. Klachten over gebruik van verklaringen van getuigen voor het bewijs (betrouwbaarheid), de gedeeltelijke onleesbaarheid van een passage in de aanvulling bewijsmiddelen en het niet hechten van bijlagen aan die aanvulling. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
HR 06-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:159
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 februari 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/01789
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:159, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1509, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑12‑2017
Essentie
Medeplegen van medeplichtigheid aan poging tot gekwalificeerde diefstal. Klachten over gebruik van verklaringen van getuigen voor het bewijs (betrouwbaarheid), de gedeeltelijke onleesbaarheid van een passage in de aanvulling bewijsmiddelen en het niet hechten van bijlagen aan die aanvulling. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
6 februari 2018
Strafkamer
nr. S 16/01789
IV/MM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 16 maart 2016, nummer 22/001182-11, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976.