Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/792
Geen cassatiemiddel in de zin van de wet.
HR 13-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1035
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 juli 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, J.C.A.M. Claassens, M. Kuijer
- Zaaknummer
19/01996 P
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1035, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑07‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:697, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑05‑2021
- Wetingang
Essentie
Profijtontneming. Cassatieklacht verdachte strekkende tot vernietiging van de uitspraak in de ontnemingszaak indien het cassatiemiddel in de onderliggende strafzaak gegrond zou worden bevonden, is geen cassatiemiddel als bedoeld in de wet.
Samenvatting
De cassatieklacht strekt slechts tot vernietiging van de bestreden uitspraak in de ontnemingszaak voor het geval dat één van de cassatiemiddelen in de onderliggende strafzaak gegrond zou worden bevonden. Daarmee is geen sprake van een cassatiemiddel als in de wet bedoeld, nu daarvoor alleen kan gelden een stellige en duidelijke klacht over de schending van een bepaalde rechtsregel en/of het verzuim van een toepasselijk vormvoorschrift door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.