RvdW 2021/806:Strafmotivering. Verdachte is veroordeeld tot gevangenisstraf van 12 maanden t.z.v. diefstal (art. 310 Sr) en diefstal in vereniging (art. 311 Sr). Hof heeft in strafmotivering in het nadeel van verdachte betrokken dat verdachte het slachtoffer van de diefstal in vereniging heeft ‘gedrogeerd’. Het proces-verbaal terechtzitting en de stukken waarvan op de trz. de korte inhoud is medegedeeld, bieden echter onvoldoende aanknopingspunten voor die vaststelling. Strafoplegging is daarom ontoereikend gemotiveerd. Volgt vernietiging en terugwijzing.