Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992
Artikel 8a
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
28-12-2021, Stcrt. 2021, 48636 (uitgifte: 28-12-2021, regelingnummer: 2021-0000025821)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-12-2021, Stcrt. 2021, 48636 (uitgifte: 28-12-2021, regelingnummer: 2021-0000025821)
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
1.
Voor de toepassing van de vermindering van de verschuldigde belasting, bedoeld in artikel 10c, eerste lid, van de wet, worden bij de voldoening op aangifte van de voor het motorrijtuig verschuldigde belasting op verzoek van de inspecteur nadere gegevens overgelegd die naar zijn oordeel van belang zijn voor een juiste vaststelling van de vermindering.
2.
De vermindering, bedoeld in het eerste lid, wordt berekend met overeenkomstige toepassing van artikel 8d, eerste, tweede en vierde lid, met dien verstande, dat de vermindering wordt vastgesteld aan de hand van de tijdsduur die is verstreken tussen het tijdstip waarop het motorrijtuig voor het eerst in gebruik is genomen in de hoedanigheid waarin het eerder in de heffing van de belasting is betrokken, en het tijdstip dat bepalend is voor de hoogte van de belasting die voor het motorrijtuig opnieuw is verschuldigd.
3.
Ingeval voor het motorrijtuig teruggaaf van de eerder betaalde belasting is verleend, wordt de vermindering alleen toegepast voor zover de eerder teruggegeven belasting op een later tijdstip alsnog als verschuldigde belasting is voldaan.