Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992
Bijlage I
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
15-12-2023, Stcrt. 2023, 34571 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: 2023-0000275008)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2023, Stcrt. 2023, 34571 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: 2023-0000275008)
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Het taxatierapport, bedoeld in artikel 8, vierde lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992, dient in ieder geval te voldoen aan de volgende voorwaarden:
- 1.Algemeen
- 1.1.
Van de taxateur, die de taxatie feitelijk heeft verricht, wordt vermeld:
- a.
diens achternaam en voorletters, adres, woonplaats, taxatiebrancheorganisatie waarbij de taxateur is aangesloten en telefoonnummer, en
- b.
– indien van toepassing – de bedrijfsnaam, adres, vestigingsplaats en telefoonnummer.
- 1.2.
De datum, begintijd en eindtijd van de fysieke opname worden vermeld.
- 1.3.
Het taxatierapport is voorzien van een verklaring van de taxateur dat de in het taxatierapport opgegeven waarde door hem naar waarheid is vastgesteld aan de hand van een gedegen fysieke opname.
- 2.Voertuigkenmerken
- 2.1.
Het getaxeerde motorrijtuig wordt aangeduid door middel van het voertuigidentificatienummer, bedoeld in artikel 2.1 van de Regeling voertuigen.
- 2.2.
Automerk, bouwjaar, model, type uitvoering, soort brandstof, type transmissie, vermogen (kw/pk) en CO2-uitstoot in gram per kilometer, datum van eerste toelating, toegestane maximum massa, eigen massa en kilometerstand van het getaxeerde motorrijtuig worden vermeld.
- 2.3.
In het rapport wordt opgenomen of op het moment van fysieke opname het motorrijtuig:
- –
meer dan normale gebruiksschade heeft of niet voorkomt op een in de handel algemeen toegepaste koerslijst voor de inkoop van gebruikte motorrijtuigen door wederverkopers in Nederland; en
- –
voldoet aan alle eisen als bedoeld in de hoofdstukken 5 of 7 van de Regeling voertuigen.
- 2.4.
De taxateur verklaart in het rapport voor iedere schadepost of het meer dan normale gebruiksschade betreft en of wordt voldaan aan de eisen, bedoeld in de hoofdstukken 5 of 7 van de Regeling voertuigen.
- 2.5.
De algemene indruk van het getaxeerde motorrijtuig wordt aangegeven en bevat in ieder geval een aanduiding van de kwaliteit van de technische staat, van het onderstel, van de carrosserie, van het interieur en van de banden.
- 2.6.
De opgegeven algemene indruk van het getaxeerde motorrijtuig wordt gestaafd met duidelijk beeldmateriaal bestaande uit overzichtsfoto’s van de buitenkant van het motorrijtuig, diagonaal genomen vanuit de posities linksvoor en rechtsachter, en foto’s van het dashboard inclusief de opgegeven kilometerstand, de meeruitvoeringen, de accessoires, de voorstoelen, het chassisnummer, de velgen en de bandenmaat.
- 3.Waardebepaling voertuig
- 3.1.
De consumentenprijs van het motorrijtuig op de datum van eerste toelating wordt aangegeven. De consumentenprijs is de netto catalogusprijs inclusief omzetbelasting en belasting van personenauto’s en motorrijwielen. Tevens wordt afzonderlijk opgenomen de in de consumentenprijs begrepen waarde van de standaarduitrusting, de waarde van de accessoires en de waarde van eventuele pakketten.
- 3.2.
De handelsinkoopwaarde van 3 tot 5 referentiemotorrijtuigen wordt vermeld. De handelsinkoopwaarde van het referentiemotorrijtuig is de door wederverkopers betaalde inkoopprijs voor een gebruikt motorrijtuig bij koop van een niet-wederverkoper (particulier of ondernemer).
- 3.3.
Een referentiemotorrijtuig is een motorrijtuig waarvan het model, de leeftijd, de kilometerstand, normale gebruikschade en andere algemene kenmerken vergelijkbaar zijn met het getaxeerde motorrijtuig. Onder andere kenmerken worden ook begrepen de rijwaardige staat van het motorrijtuig en het feit of voor de omzetbelasting sprake is van een marge-auto of BTW-auto, de mate van courantheid, al dan niet een ex-schade motorrijtuig, kleur, garantierisico, import van buiten de EU.
- 3.4.
Op basis van de handelsinkoopwaarden van de referentiemotorrijtuigen wordt gemotiveerd aangegeven welke waarde als uitgangspunt dient voor het te taxeren motorrijtuig. Indien geen van de referentiemotorrijtuigen 100% overeenkomt met het te taxeren motorrijtuig wordt een gemiddelde waarde van de 3 tot 5 referentiemotorrijtuigen aangemerkt als handelsinkoopwaarde die gebruikt wordt bij het te taxeren motorrijtuig.
- 3.5.
De waardevermindering als gevolg van schade aan het te taxeren motorrijtuig ten opzichte van de vastgestelde waarde op basis van het referentiemotorrijtuig wordt, behoudens tegenbewijs, geacht 31% te bedragen van de getaxeerde herstelkosten. Aan het tegenbewijs is in ieder geval voldaan voor zover aannemelijk wordt gemaakt dat met een hoger percentage de taxatiewaarde ten minste het bedrag is dat is vermeld in de inkoopfactuur of inkoopverklaring (exclusief de buitenlandse belastingen, maar vermeerderd met de in Nederland verschuldigde bpm en btw), mits aannemelijk is gemaakt en door de belastingplichtige is verklaard dat het motorrijtuig in dezelfde staat verkeert als ten tijde van de inkoop. Het tegenbewijs kan in ieder geval niet in algemene zin betrekking hebben op het autosegment, de leeftijd of de kilometrage van het motorrijtuig. Op verzoek van de inspecteur moeten nadere bewijsstukken worden overgelegd.
- 3.6.
De inkoopfactuur – in het geval het motorrijtuig is gekocht van een ondernemer – of de inkoopverklaring, bedoeld in artikel 4a van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 – in het geval het motorrijtuig is gekocht van een particulier – van het getaxeerde motorrijtuig wordt toegevoegd.