Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/697
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Procesrecht. Vervolg op HR 23 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:428. Vraag of beroep op in verrekening te brengen vordering afstuit op gezag van gewijsde van arbitraal vonnis.
HR 29-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:960
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 mei 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
19/02516
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:960, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1413, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2019
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Procesrecht. Vervolg op HR 23 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:428. Vraag of beroep op in verrekening te brengen vordering afstuit op gezag van gewijsde van arbitraal vonnis.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 19/02516
Datum 29 mei 2020
ARREST
In de zaak van
AAN DE AMSTEL ACCOUNTANTS B.V., gevestigd te Ouder-Amstel,
EISERES tot cassatie,
hierna: AA Accountants,
advocaat: T.T. van Zanten,
tegen
[verweerster] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: [verweerster],
niet verschenen.