Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/942 tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators
Artikel 6 Taken van ACER in verband met de regulerende instanties
Geldend
Geldend vanaf 04-08-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 05-02-2025.
- Bronpublicatie:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1789 (uitgifte: 15-07-2024, regelingnummer: 2024/1789)
- Inwerkingtreding
04-08-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1789 (uitgifte: 15-07-2024, regelingnummer: 2024/1789)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Europees energierecht
EU-recht / Instituties
Energierecht / Distributie
1.
ACER neemt de individuele beslissingen over technische aangelegenheden die vereist zijn krachtens Verordening (EU) 2019/943, Verordening (EG) nr. 715/2009, Richtlijn (EU) 2019/944 of Richtlijn 2009/73/EG.
2.
ACER mag op basis van zijn werkprogramma, op verzoek van de Commissie of op eigen initiatief aanbevelingen doen om de regulerende instanties en de marktdeelnemers te helpen bij de uitwisseling van deugdelijke werkmethoden.
3.
4.
ACER zorgt voor een kader waarbinnen regulerende instanties kunnen samenwerken om een doeltreffende besluitvorming over aangelegenheden van grensoverschrijdend belang te waarborgen. Het bevordert de samenwerking tussen de regulerende instanties en tussen de regulerende instanties op regionaal niveau en op het niveau van de Unie en houdt, wanneer het adviezen, aanbevelingen en besluiten opstelt, rekening met het resultaat van deze samenwerking. Wanneer ACER bindende voorschriften voor een dergelijke samenwerking nodig acht, richt het tot de Commissie aanbevelingen ter zake.
5.
ACER brengt op verzoek van een of meer regulerende instanties of de Commissie een feitelijk advies uit over de vraag of een besluit van een regulerende instantie in overeenstemming is met de netcodes en richtsnoeren als bedoeld in Verordening (EU) 2019/943, Verordening (EU) 2024/1789, Richtlijn (EU) 2019/944 of Richtlijn (EU) 2024/1788, met andere relevante bepalingen van die richtlijnen of verordeningen of met artikel 13 van Verordening (EU) 2017/1938.
6.
Wanneer een regulerende instantie niet binnen vier maanden na de ontvangst van het in lid 5 bedoelde advies van ACER hieraan voldoet, stelt ACER de Commissie en de betreffende lidstaat daarvan in kennis.
7.
Wanneer een regulerende instantie in een concrete situatie niet goed weet hoe zij de netcodes en richtsnoeren als bedoeld in Verordening (EU) 2019/943, Verordening (EG) nr. 715/2009, Richtlijn (EU) 2019/944 of Richtlijn 2009/73/EG moet toepassen, kan zij ACER om advies vragen. Na advies van de Commissie brengt ACER binnen drie maanden na ontvangst van dergelijke vraag advies uit.
8.
Vervallen.
9.
9 bis.
ACER doet aanbevelingen aan transmissiesysteembeheerders, distributiesysteembeheerders, waterstofnetbeheerders en regulerende instanties met betrekking tot de methoden voor het vaststellen van de intertemporele kostentoerekening op grond van artikel 5, lid 6, eerste alinea, van Verordening (EU) 2024/1789.
ACER kan aanbevelingen doen aan transmissiesysteembeheerders, distributiesysteembeheerders, waterstofnetbeheerders en regulerende instanties met betrekking tot de gereguleerde activa op grond van artikel 5, lid 6, derde alinea, van Verordening (EU) 2024/1789.
9 ter.
ACER kan aanbevelingen doen aan de regulerende instanties inzake de toewijzing van de kosten van oplossingen voor beperkingen van de grensoverschrijdende stromen ten gevolge van gaskwaliteitsverschillen op grond van artikel 21, lid 11, van Verordening (EU) 2024/1789.
9 quater.
ACER kan aanbevelingen doen aan de regulerende instanties inzake de toewijzing van de kosten van oplossingen voor beperkingen van de grensoverschrijdende stromen ten gevolge van verschillen in waterstofkwaliteit op grond van artikel 55, lid 8, van Verordening (EU) 2024/1789.
9 quinquies.
ACER publiceert een monitoringsrapport inzake de congestie in interconnectiepunten op grond van afdeling 2.2.1, punt 2, van bijlage I bij Verordening (EU) 2024/1789.
10.
ACER is bevoegd om individuele beslissingen te nemen over reguleringskwesties met gevolgen voor de grensoverschrijdende handel of de grensoverschrijdende systeemveiligheid waarvoor een gezamenlijk besluit van ten minste twee regulerende instanties vereist is, wanneer dergelijke bevoegdheden aan de regulerende instanties zijn toegekend op grond van een van de volgende rechtshandelingen:
- a)
een volgens de gewone wetgevingsprocedure vastgestelde wetgevingshandeling van de Unie;
- b)
de in de artikelen 59, 60 en 61 van Verordening (EU) 2019/943 bedoelde netcodes en richtsnoeren die vóór 4 juli 2019 zijn aangenomen en latere herzieningen van deze netcodes en richtsnoeren;
- c)
de in de artikelen 59, 60 en 61 van Verordening (EU) 2019/943 bedoelde netcodes en richtsnoeren vastgesteld als uitvoeringshandelingen op grond van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad;
- d)
richtsnoeren op grond van bijlage I bij Verordening (EU) 2024/1789, of
- e)
netcodes en richtsnoeren als bedoeld in de artikelen 71 tot en met 74 van Verordening (EU) 2024/1789.
ACER is bevoegd de in de eerste alinea gespecificeerde individuele beslissingen te nemen in de volgende situaties:
- a)
indien de bevoegde regulerende instanties niet in staat zijn gebleken overeenstemming te bereiken binnen zes maanden vanaf de datum waarop het geval naar de laatste van deze regulerende instanties is verwezen, of binnen vier maanden vanaf die datum met betrekking tot gevallen uit hoofde van artikel 4, lid 7, van deze verordening, of artikel 59, lid 1, punt c), of artikel 62, lid 1, punt f), van Richtlijn (EU) 2019/944, of artikel 78, lid 1, punt f), van Verordening (EU) 2024/1788;
- b)
in reactie op een gezamenlijk verzoek van de bevoegde regulerende instanties.
De bevoegde regulerende instanties kunnen gezamenlijk verzoeken om verlenging van de in de tweede alinea, punt a), van dit lid bedoelde periode met maximaal zes maanden, behalve met betrekking tot gevallen uit hoofde van artikel 4, lid 7, van deze verordening, of artikel 59, lid 1, punt c), of artikel 62, lid 1, punt f), van Richtlijn (EU) 2019/944, of artikel 78, lid 1, punt f), van Richtlijn (EU) 2024/1788.
Wanneer de bevoegdheid om over de in de eerste alinea van dit lid bedoelde grensoverschrijdende kwesties te beslissen, is overgedragen aan regulerende instanties in nieuwe netcodes of richtsnoeren als bedoeld in de artikelen 59, 60 en 61 van Verordening (EU) 2019/943 die na 4 juli 2019 als gedelegeerde handelingen zijn vastgesteld, is ACER enkel bevoegd om beslissingen te nemen op vrijwillige basis op grond van punt b) van de tweede alinea van dit lid, op verzoek van ten minste 60 % meerderheid van de bevoegde regulerende instanties. Indien er slechts twee regulerende instanties bij betrokken zijn, kan een van hen de zaak doorverwijzen naar ACER.
Uiterlijk op 31 oktober 2023 en vervolgens om de drie jaar dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de eventuele noodzaak om de betrokkenheid van ACER verder te versterken bij het oplossen van geschillen tussen regulerende instanties met betrekking tot gezamenlijke besluiten over aangelegenheden waarvoor de bevoegdheden na 4 juli 2019 bij een gedelegeerde handeling aan die regulerende instanties werden verleend. Indien nodig gaat het verslag vergezeld van een wetgevingsvoorstel tot wijziging van die bevoegdheden of tot overdracht van de nodige bevoegdheden aan ACER.
11.
Bij de voorbereiding van zijn beslissing overeenkomstig lid 10 raadpleegt ACER de betrokken regulerende instanties en transmissiesysteembeheerders en wordt het ingelicht over de voorstellen en opmerkingen van alle betrokken transmissiesysteembeheerders.
12.
Indien een geval krachtens lid 10 naar ACER is verwezen:
- a)
neemt ACER een besluit binnen zes maanden vanaf de datum van de verwijzing, of binnen vier maanden vanaf die datum met betrekking tot gevallen op grond van artikel 4, lid 7, van deze verordening, of artikel 59, lid 1, punt c), of artikel 62, lid 1, punt f), van Richtlijn (EU) 2019/944, of artikel 78, lid 1, punt f), van Richtlijn (EU) 2024/1788, en
- b)
kan ACER indien noodzakelijk een voorlopig besluit nemen om de voorzieningszekerheid of de operationele veiligheid te waarborgen.
13.
Indien de in lid 10 bedoelde reguleringskwesties tevens betrekking hebben op vrijstellingen in de zin van artikel 63 van Verordening (EU) 2019/943, of ontheffingen in de zin van artikel 36 van Richtlijn 2009/73/EG, is geen cumulatie mogelijk van de termijn van de onderhavige verordening en de in die bepalingen gestelde termijnen.