Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2024/1789 inzake de interne markten voor hernieuwbaar gas, aardgas en waterstof, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1227/2011, (EU) 2017/1938, (EU) 2019/942 en (EU) 2022/869 en Besluit (EU) 2017/684, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 715/2009 (herschikking)
Artikel 21 Grensoverschrijdende coördinatie inzake gaskwaliteit in het aardgassysteem
Geldend
Geldend vanaf 04-08-2024
- Bronpublicatie:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1789 (uitgifte: 15-07-2024, regelingnummer: 2024/1789)
- Inwerkingtreding
04-08-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1789 (uitgifte: 15-07-2024, regelingnummer: 2024/1789)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Europees energierecht
Energierecht / Energieopwekking
1.
De transmissiesysteembeheerders werken samen om beperkingen van de grensoverschrijdende stromen ten gevolge van gaskwaliteitsverschillen op interconnectiepunten tussen de lidstaten te voorkomen. Bij deze samenwerking houden de transmissiesysteembeheerders rekening met de kenmerken van de installaties van de eindafnemers van aardgas.
Dit artikel is niet van toepassing op waterstofmengsels waarvan het waterstofgehalte dat in het aardgassysteem is gemengd hoger is dan 2 % vol.
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat uiteenlopende technische specificaties, waaronder gaskwaliteitsparameters zoals zuurstofgehalte en waterstofbijmenging in het aardgassysteem, niet worden gebruikt om grensoverschrijdende aardgasstromen te beperken. Daarnaast zorgen de lidstaten ervoor dat waterstofmengsels in het aardgassysteem voldoen aan de technische specificaties die aanvaardbaar zijn voor afnemers.
3.
Wanneer een beperking van de grensoverschrijdende stromen ten gevolge van gaskwaliteitsverschillen door de betrokken transmissiesysteembeheerders bij hun normale exploitatie niet kan worden vermeden, lichten zij de betreffende regulerende instanties onverwijld in. De informatie omvat een beschrijving van en motivering voor reeds door de transmissiesysteembeheerders getroffen maatregelen.
4.
De betreffende regulerende instanties bereiken, binnen zes maanden na ontvangst van de in lid 3 bedoelde informatie, gezamenlijk overeenstemming of zij de beperking erkennen.
5.
Wat betreft beperkingen op grensoverschrijdende stromen als gevolg van verschillen in waterstofbijmenging in het aardgassysteem en die op grond van lid 4 zijn erkend, aanvaarden transmissiesysteembeheerders aardgasstromen met een waterstofgehalte op interconnectiepunten tussen lidstaten in het aardgassysteem, met inachtneming van de leden 6 tot en met 13, en na voltooiing van de daarin vastgestelde procedure.
6.
Indien de betreffende regulerende instanties de beperking erkennen op grond van lid 4, verzoeken zij de betrokken transmissiesysteembeheerders dat zij, binnen een tijdsbestek van twaalf maanden vanaf de in dat lid bedoelde erkenning, successievelijk de volgende maatregelen treffen:
- a)
samenwerking en uitwerking van technisch haalbare opties, zonder een wijziging van de gaskwaliteitsspecificaties, wat nadere afspraken over de gasstroom en aardgasbehandeling kan inhouden met als doel een einde te maken aan de erkende beperking, rekening houdend met de informatie die wordt verstrekt door de eindafnemers die rechtstreeks verbonden zijn met het aardgassysteem van de betrokken transmissiesysteembeheerder of elke andere belanghebbende die door dat proces kan worden getroffen;
- b)
gezamenlijke uitvoering van een kosten-batenanalyse inzake de technisch haalbare opties, met als doel in economische zin doeltreffende oplossingen uit te werken met daarbij een uitsplitsing van de kosten en baten onder de categorieën van betrokken partijen;
- c)
opstelling van een raming van de uitvoeringstijd van elke potentiële optie;
- d)
uitvoering van een openbare raadpleging, met name van de getroffen eindafnemers die zijn aangesloten op het aardgassysteem, over de geïdentificeerde haalbare oplossingen, en vervolgens rekening houden met de resultaten van die raadpleging;
- e)
indiening van een gezamenlijk voorstel voor een oplossing om een einde te maken aan de erkende beperking, met inbegrip van een tijdschema voor de uitvoering ervan, op basis van de kosten-batenanalyse en de resultaten van de openbare raadpleging, bij hun betreffende regulerende instanties met het oog op goedkeuring en bij de andere bevoegde nationale instanties van elke betrokken lidstaat ter informatie.
7.
Wanneer de betrokken transmissiesysteembeheerders geen overeenstemming over een oplossing bereiken over de indiening van een gezamenlijk voorstel op grond van lid 6, punt e), stelt elke transmissiesysteembeheerder zijn regulerende instantie daarvan onverwijld in kennis.
8.
De betreffende regulerende instanties nemen binnen zes maanden na ontvangst van de in lid 7 van dit artikel bedoelde informatie, een gezamenlijk gecoördineerd besluit op grond van artikel 6, lid 10, van Verordening (EU) 2019/942 om een einde te maken aan de erkende beperking, met inachtneming van de door de betrokken transmissiesysteembeheerders uitgevoerde kosten-batenanalyse, en de resultaten van de overeenkomstig lid 6, punt d), van dit artikel uitgevoerde openbare raadpleging.
9.
In afwijking van lid 8 van dit artikel kunnen de betreffende regulerende instanties voor beperkingen op grensoverschrijdende stromen als gevolg van verschillen in waterstofbijmenging in het aardgassysteem gezamenlijk verklaren dat er geen verdere maatregelen moeten worden genomen om dergelijke beperkingen op te heffen. Het gezamenlijke gecoördineerde besluit wordt binnen zes maanden na ontvangst van de in lid 7 van dit artikel bedoelde informatie genomen overeenkomstig artikel 6, lid 10, van Verordening (EU) 2019/942 en houdt rekening met de kosten-batenanalyse en de resultaten van de openbare raadpleging die op grond van lid 6, punt d), van dit artikel is uitgevoerd. De betrokken regulerende instanties evalueren om de vier jaar een besluit tot handhaving van de erkende beperking op grond van dit lid.
10.
Het in lid 8 bedoelde gezamenlijke gecoördineerde besluit van de betreffende regulerende instanties omvat een besluit over de toerekening van de investeringskosten die door elke transmissiesysteembeheerder moeten worden gedragen voor de uitvoering van de overeengekomen oplossing, alsmede over de opneming ervan in de toegestane of beoogde inkomsten van de transmissiesysteembeheerders, met inachtneming van de economische, maatschappelijke en milieukosten en -baten van de oplossing in de betrokken lidstaten en de gevolgen daarvan voor de tarieven.
11.
ACER kan aanbevelingen doen aan de regulerende instanties over de nadere bijzonderheden van de in lid 10 bedoelde kostentoerekeningsbesluiten.
12.
Wanneer de betreffende regulerende instanties niet tot de in lid 4 van dit artikel bedoelde overeenstemming kunnen komen, neemt ACER een besluit betreffende de beperking overeenkomstig artikel 6, lid 10, van Verordening (EU) 2019/942. Indien ACER de beperking erkent, vraagt het de betrokken transmissiesysteembeheerders binnen een tijdsbestek van twaalf maanden successievelijk de in lid 6 van dit artikel bedoelde maatregelen te treffen.
13.
Wanneer de betreffende regulerende instanties niet een in de leden 8 en 10 van dit artikel bedoeld gezamenlijk gecoördineerd besluit kunnen nemen, neemt ACER een besluit betreffende de oplossing om een einde te maken aan de erkende beperking en betreffende de toerekening van de investeringskosten die moeten worden gedragen door elke transmissiesysteembeheerder voor de uitvoering van de overeengekomen oplossing of voor de verklaring die luidt dat geen verdere maatregelen moeten worden genomen uit hoofde van lid 9 van dit artikel, overeenkomstig artikel 6, lid 10, van Verordening (EU) 2019/942. Elk besluit tot handhaving van de erkende beperking op grond van dit lid wordt om de vier jaar door ACER geëvalueerd.
14.
Nadere bijzonderheden voor de uitvoering van dit artikel, zoals nadere bijzonderheden inzake de kosten-batenanalyse, worden in een op grond van artikel 71, lid 2, vastgestelde netcode bepaald.