Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/70
Geen onjuiste rechtsopvatting dat de normschending (onrechtmatige doorzoeking en onjuiste verklaringen van verbalisanten) moet leiden tot strafvermindering.
HR 09-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3547
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 december 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
13/02903
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3547, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:2263, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑12‑2013
- Wetingang
Essentie
Het hof heeft geoordeeld dat aangenomen moet worden dat de doorzoeking van de auto van de verdachte, waarbij het vuurwapen is aangetroffen, zonder zijn toestemming heeft plaatsgevonden, dat deze doorzoeking is geschied in strijd met art. 121 SvNA en dat dit een onherstelbare schending oplevert van een voor de procesvoering wezenlijke norm. Het hof heeft daaraan en aan de omstandigheid dat de verbalisanten onjuiste en/of onvolledige verklaringen hebben afgelegd op de voet van art. 413 SvNA het gevolg verbonden dat het door de normschending veroorzaakte nadeel door strafvermindering moet worden gecompenseerd. Bij zijn afweging van de in aanmerking komende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.