Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/1226
Poging doodslag (art. 287 Sr) door tijdens gewelddadige confrontatie op verjaardagsfeestje meerdere keren aangever te steken met een mes. Noodweer, art. 41 lid 1 Sr. ’s Hofs oordeel dat het beroep op noodweer moet worden verworpen omdat het met een mes steken door verdachte in het bovenlichaam van aangever niet in redelijke verhouding stond tot de aanranding die bestond uit het slaan met blote handen of vuisten, is niet z.m. begrijpelijk. Hof heeft verklaringen dat aangever verdachte ook bij zijn keel heeft vastgepakt en tijdens de vechtpartij is blijven vasthouden niet kenbaar bij zijn beoordeling van het beroep op noodweer betrokken.
HR 19-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1813
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 november 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/00812
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1813, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:944, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑10‑2019
Essentie
Poging doodslag (art. 287 Sr) door tijdens gewelddadige confrontatie op verjaardagsfeestje meerdere keren aangever te steken met een mes. Noodweer, art. 41 lid 1 Sr. ’s Hofs oordeel dat het beroep op noodweer moet worden verworpen omdat het met een mes steken door verdachte in het bovenlichaam van aangever niet in redelijke verhouding stond tot de aanranding die bestond uit het slaan met blote handen of vuisten, is niet z.m. begrijpelijk. Hof heeft verklaringen dat aangever verdachte ook bij zijn keel heeft vastgepakt en tijdens de vechtpartij is blijven vasthouden niet kenbaar bij zijn beoordeling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.