Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/1233
Schietpartij in woonwijk Spijkenisse in 2016. Poging doodslag (art. 287 Sr). Oordeel hof dat verdachte zich op korte afstand van de andere mannen bevond en zodanig was gepositioneerd dat hij met het schieten in de richting van de auto ook in de richting van de andere mannen heeft geschoten en dat dus de aanmerkelijke kans bestond dat hij (een van) deze personen zou raken in vitale delen met dodelijk gevolg, terwijl verdachte door op deze wijze op de parkeerplaats te schieten, klaarblijkelijk bewust die aanmerkelijke kans heeft aanvaard, is niet onbegrijpelijk.
HR 19-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1796
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 november 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
18/04120
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1796, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:960, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑10‑2019
Essentie
Schietpartij in woonwijk Spijkenisse in 2016. Poging doodslag (art. 287 Sr). Oordeel hof dat verdachte zich op korte afstand van de andere mannen bevond en zodanig was gepositioneerd dat hij met het schieten in de richting van de auto ook in de richting van de andere mannen heeft geschoten en dat dus de aanmerkelijke kans bestond dat hij (een van) deze personen zou raken in vitale delen met dodelijk gevolg, terwijl verdachte door op deze wijze op de parkeerplaats te schieten, klaarblijkelijk bewust die aanmerkelijke kans heeft aanvaard, is niet onbegrijpelijk.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.