Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/279
Profijtontneming. Gebruik van een gemeenschappelijke kasopstelling
HR 22-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:159
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 februari 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, T. Kooijmans
- Zaaknummer
19/02612
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:159, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1151, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑12‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑10‑2020
- Wetingang
Art. 36e Sr
Essentie
Profijtontneming. Geen rechtsregel staat in de weg aan het gebruik van een gemeenschappelijke kasopstelling, mits bij de bepaling van het wederrechtelijk verkregen voordeel steeds wordt uitgegaan van het voordeel dat de betrokkene in de concrete omstandigheden van het geval daadwerkelijk heeft behaald.
Samenvatting
Het hof heeft het wederrechtelijk verkregen voordeel berekend aan de hand van een zogenoemde gemeenschappelijke kasopstelling. Met zo’n gemeenschappelijke kasopstelling kan onder bepaalde omstandigheden een adequate schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel worden verkregen, in het bijzonder in gevallen waarin de betrokkene met een ander of anderen een economische eenheid vormt. Geen rechtsregel staat aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.