Rechtspraak van de Week (RvdW)
Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/261:Art. 81 lid 1 RO. Kort geding. Vordering om aan minderjarige met Nederlandse nationaliteit en zijn moeder opvang te bieden, met voldoende geld om te voorzien in de basisbehoeften. Handelt de Staat in strijd met art. 3 of 8 EVRM en IVRK? Strijd met recht op verblijf op de voet van art. 20 VWEU?
RvdW 2022/261
Art. 81 lid 1 RO. Kort geding. Vordering om aan minderjarige met Nederlandse nationaliteit en zijn moeder opvang te bieden, met voldoende geld om te voorzien in de basisbehoeften. Handelt de Staat in strijd met art. 3 of 8 EVRM en IVRK? Strijd met recht op verblijf op de voet van art. 20 VWEU?
Documentgegevens:
HR 25-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:311
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 februari 2022
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, M.V. Polak, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
20/00048
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Maatschappelijke ondersteuning / Algemeen
Maatschappelijke ondersteuning / Maatschappelijke opvang
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:311, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2020:1189, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑2020
Essentie
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 20/00048
Datum 25 februari 2022
ARREST
In de zaak van
[de moeder], zowel pro se als in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.