Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/289
Overschrijding redelijke termijn.
HR 05-02-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY9704
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 februari 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos, Y. Buruma
- Zaaknummer
10/02714
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- LJN
BY9704
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BY9704, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑02‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BY9704, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑02‑2013
Essentie
Overschrijding redelijke termijn.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te ’s-Gravenhage van 23 juni 2010, nummer 22/004956-07, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. M.L. Plas, te Bunnik.
Conclusie
Conclusie A-G mr. W.H. Vellinga:
1.
In mijn conclusie in deze zaak heb ik het tweede, het derde en het vijfde middel buiten bespreking gelaten omdat deze middelen (mede) zien op die delen van het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 9 juni 2010 ter zake van de juistheid waarvan aangifte wegens valsheid in geschrift tegen de voorzitter is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.