Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/257
Ontbindende voorwaarde in intentieovereenkomst; vrijwaringsverplichting; beroep op misbruik van omstandigheden; “rechtsmaatregel” in zin art. 3:51 lid 3 BW; ratio.
HR 08-02-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY2640 (Van Etten/Kippersluis)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 februari 2013
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, G. Snijders
- Zaaknummer
11/04973
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- LJN
BY2640
- Roepnaam
Van Etten/Kippersluis
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BY2640, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑02‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BY2640, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑11‑2011
- Wetingang
Essentie
Ontbindende voorwaarde in intentieovereenkomst; vrijwaringsverplichting; beroep op misbruik van omstandigheden; “rechtsmaatregel” in zin art. 3:51 lid 3 BW; ratio.
Het beroep op de ontbindende voorwaarde is erop gericht de rechtsgevolgen van de intentieovereenkomst (in het bijzonder de vrijwaringsverplichting) teniet te doen, en moet dan ook worden aangemerkt als een op de rechtshandeling (de ontbindende voorwaarde) steunende “rechtsmaatregel” als bedoeld in art. 3:51 lid 3 BW. Het beroep op misbruik van omstandigheden bij de totstandkoming van de ontbindende voorwaarde ter afwering van deze rechtsmaatregel kan volgens art. 3:51 lid 3 “te allen tijde worden gedaan”, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.