Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 548
Vrijspraak. Niet onbegrijpelijke uitleg van de tenlastelegging.
HR 13-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL5540
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 april 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
07/12897
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BL5540
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL5540, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑04‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL5540, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑02‑2010
Essentie
Vrijspraak. Niet onbegrijpelijke uitleg van de tenlastelegging.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 6 april 2007, nummer 20/002592-06, in de strafzaak tegen:[Verdachte]. Adv. mr. G. Spong.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De raadsman van de verdachte, mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam, heeft het beroep tegengesproken.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.