RvdW 2010, 558:Ontvankelijkheidbeslissing. Niet-ontvankelijk. Het EHRM oordeelt dat de beslissing van de Duitse nationale rechter in een executiegeschil om geen uitvoering te geven aan een internationaal arbitraal vonnis tegen de Russische staat vanwege strijd met internationaal publiekrecht geen inbreuk oplevert van verzoekers recht op eigendom uit art. 1 Prot. No. 1 EVRM. Naar het oordeel van het Hof heeft de nationale rechter een redelijke belangenafweging gemaakt tussen het belang van verzoeker bij de tenuitvoerlegging van het arbitrale vonnis en het belang van de rechtsgemeenschap bij het respect voor normen van internationaal publiekrecht zoals diplomatieke en soevereine immuniteit.