Bijlage Lijst van strafbare feiten

Moord; aanslag met het oogmerk tot het plegen van moord.

Doodslag.

Opzettelijke verwonding; het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.

Opzettelijke brandstichting.

Verkrachting; aanranding van de eerbaarheid; incest; dubbel huwelijk.

Onwettige seksuele handelingen met of met betrekking tot kinderen onder de leeftijd als is bepaald in de wetgeving van zowel de verzoekende als de aangezochte Staat.

Opzettelijke verlating van een minderjarige of andere afhankelijke persoon, wanneer daardoor het leven van die minderjarige of andere afhankelijke persoon schade wordt toegebracht of naar alle waarschijnlijkheid zal worden toegebracht, dan wel dat leven in gevaar wordt gebracht of naar alle waarschijnlijkheid zal worden gebracht.

Wederrechtelijke vrijheidsberoving; schaking; ongerechtvaardigde opsluiting.

Roof; inbraak; diefstal; verduistering.

Bedrog, waaronder begrepen het verkrijgen van goederen, geld of waardepapieren door middel van valse voorspiegelingen, misleiding, leugens of andere bedrieglijke middelen.

Omkoperij, waaronder begrepen het vragen van een gift of belofte, het doen van een aanbod en het aanvaarden van een aanbod.

Afpersing.

Het in ontvangst nemen, bezitten of vervoeren van een zaak van waarde in de wetenschap dat deze door misdrijf is verkregen (heling).

Feiten met betrekking tot strafbaar gesteld misbruik van vertrouwen.

Strafbare feiten met betrekking tot valse munterij en valsheid in geschrifte; daarbij inbegrepen vervalsing van zegels, handelsmerken, officiële stukken, dan wel het gebruik van zodanige vervalsingen.

Strafbare feiten met betrekking tot het internationale verkeer van betaalmiddelen.

Strafbare feiten met betrekking tot de in-, uit- of doorvoer van goederen, artikelen of handelswaren, waaronder begrepen overtreding van de douanewetten.

Strafbare feiten met betrekking tot slavernij of mensenroof.

Strafbare feiten met betrekking tot het faillissement.

Strafbare feiten met betrekking tot het verbod van privaatrechtelijke monopolies of oneerlijke handelspraktijken.

Meineed; het aanzetten tot meineed; het afleggen van een valse verklaring ten overstaan van een overheidsinstelling of -functionaris.

Strafbare feiten met betrekking tot het opzettelijk ontduiken van belastingen en accijnzen.

Ieder handelen of nalaten waarvan te duchten is dat daardoor

Iedere onwettige overmeestering of het op onrechtmatige wijze onder zijn macht brengen van een luchtvaartuig dat zich in de lucht bevindt, door middel van dwang of geweld, bedreiging met dwang of geweld dan wel enige andere vorm van vreesaanjaging.

Ieder onwettig handelen of nalaten met de bedoeling of waarvan is te duchten dat daardoor de veiligheid van personen in een trein, een vaartuig of enig ander vervoermiddel in gevaar wordt gebracht.

Zeeroof, muiterij of insubordinatie aan boord van een vaartuig.

Het opzettelijk toebrengen van schade aan goederen.

Strafbare feiten met betrekking tot de handel in, het bezit van of de produktie of vervaardiging van verdovende middelen, cannabis, psychotrope stoffen, cocaïne en de derivaten daarvan, en andere gevaarlijke middelen en chemicaliën.

Strafbare feiten met betrekking tot giftige chemicaliën of stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid.

Strafbare feiten met betrekking tot vuurwapens, munitie, explosieven, brandverwekkende apparaten of nucleaire stoffen.

Strafbare feiten met betrekking tot misbruik van ambtelijk gezag en ambtelijke bevoegdheden.

Strafbare feiten met betrekking tot het belemmeren van de loop van het recht.

Strafbare feiten met betrekking tot effecten en handelswaren.

Het vergemakkelijken of het mogelijk maken dat een persoon uit detentie ontvlucht.

Opruiing tot geweldpleging.

Iedere andere gedraging waarvoor uitlevering kan worden toegestaan overeenkomstig de wetten van beide Verdragsluitende Partijen.