Einde inhoudsopgave
Uitleveringsverdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika
Artikel 15 Specialiteitsbeginsel
Geldend
Geldend vanaf 15-09-1983
- Bronpublicatie:
24-06-1980, Trb. 1980, 111 (uitgifte: 15-07-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-09-1983
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-08-1983, Trb. 1983, 133 (uitgifte: 01-01-1983, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
1.
De krachtens dit Verdrag uitgeleverde persoon wordt niet in hechtenis gesteld, berecht of gestraft op het grondgebied van de verzoekende Staat ter zake van een ander feit dan datgene waarvoor uitlevering werd toegestaan, noch wordt hij door die Staat aan een derde Staat uitgeleverd, tenzij:
- a.
die persoon na zijn uitlevering het grondgebied van de verzoekende Staat heeft verlaten en vrijwillig daarheen is teruggekeerd;
- b.
die persoon het grondgebied van de verzoekende Staat niet heeft verlaten binnen 30 dagen na daartoe de vrijheid te hebben gehad; of
- c.
de uitvoerende autoriteit van de aangezochte Staat heeft ingestemd met zijn hechtenis, berechting of bestraffing ter zake van een ander feit dan datgene waarvoor uitlevering werd toegestaan, of met uitlevering aan een derde Staat. Met het oog hierop kan de aangezochte Staat de overlegging verlangen van in artikel 9 vermelde stukken of verklaringen, met inbegrip van door de uitgeleverde persoon afgelegde verklaringen met betrekking tot het desbetreffende feit.
Deze bepalingen zijn niet van toepassing op na uitlevering gepleegde feiten.
2.
Indien de tenlastelegging op grond waarvan de persoon was uitgeleverd in de loop van de procedure op wettelijke wijze wordt gewijzigd, kan die persoon worden vervolgd of berecht, mits het strafbare feit volgens zijn nieuwe wettelijke omschrijving:
- a.
is gebaseerd op hetzelfde samenstel van feiten dat is vervat in het verzoek tot uitlevering en de stukken ter ondersteuning daarvan; en
- b.
op dat feit volgens zijn nieuwe wettelijke omschrijving een zelfde maximumstraf is gesteld als of een lagere maximumstraf is gesteld dan op het feit waarvoor die persoon was uitgeleverd.