Einde inhoudsopgave
Uitleveringsverdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika
Artikel 17 Overdracht van voorwerpen
Geldend
Geldend vanaf 15-09-1983
- Bronpublicatie:
24-06-1980, Trb. 1980, 111 (uitgifte: 15-07-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-09-1983
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-08-1983, Trb. 1983, 133 (uitgifte: 01-01-1983, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
1.
Op verzoek van de verzoekende Partij worden, voor zover dat naar het recht van de aangezochte Staat is toegestaan en behoudens de rechten van derden, die naar behoren dienen te worden geëerbiedigd, alle voorwerpen, werktuigen, zaken van waarde of stukken, die verband houden met het strafbare feit, ongeacht of zij voor het plegen daarvan zijn gebruikt, of die op enige andere wijze bewijsmateriaal voor het openbaar ministerie kunnen vormen, in beslag genomen en overgedragen nadat de uitlevering is toegestaan. De in dit artikel vermelde voorwerpen worden overgedragen zelfs wanneer de uitlevering niet kan plaatsvinden ten gevolge van het overlijden, de ontvluchting of de verdwijning van de opgeëiste persoon.
2.
De aangezochte Staat kan als voorwaarde voor de overdracht van voorwerpen verlangen dat de verzoekende Staat een genoegzame verzekering geeft dat de voorwerpen zo spoedig mogelijk aan de aangezochte Staat zullen worden teruggegeven.