Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/411
Art. 81 lid 1 RO. Onrechtmatige daad. IPR. Bevoegdheid Nederlandse rechter. Hebben eisers schade geleden in Nederland?
HR 20-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:473
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 maart 2020
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/01273
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:473, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1362, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2019
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Onrechtmatige daad. IPR. Bevoegdheid Nederlandse rechter. Hebben eisers schade geleden in Nederland?
Partij(en)
- 1.
[eiser 1],
- 2.
[eiseres 2], beiden wonende te [woonplaats], Spanje,
eisers tot cassatie, hierna gezamenlijk: [eisers], adv.: mr. K. Aantjes,
tegen
[verweerder], verweerder in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. M.L.C.C. Lückers:
1. Feiten en procesverloop1.
1.1
[eiser 1] (hierna: [eiser 1]) heeft de Nederlandse nationaliteit. [eiseres 2] heeft de Engelse en de Israëlische nationaliteit ([eiser 1] en [eiseres 2] worden hierna tezamen aangeduid als: [eisers]). Ten tijde van het uitbrengen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.