Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/431
Beklag (552a Sv), beslag ex. art. 94 Sv. Klager vraagt teruggave van de bij zijn vader in beslag genomen € 10.000 die klager had verstopt in het plafond van de auto die bij zijn vader in gebruik was. De strafzaak tegen de vader is geseponeerd. De rechtbank verklaart het beklag ongegrond omdat niet buiten redelijke twijfel is dat klager als eigenaar/rechthebbende van het geld moet worden aangemerkt. HR herhaalt ECLI:NL:HR:2010:BL2823 m.b.t. de in een geval als dit aan te leggen maatstaf zijnde of klager redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft dus een onjuiste maatstaf aangelegd.
HR 17-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:432
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 maart 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.L.J. van Strien, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
18/04518
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:432, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1209, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑11‑2019
Essentie
Beklag (552a Sv), beslag ex. art. 94 Sv. Klager vraagt teruggave van de bij zijn vader in beslag genomen € 10.000 die klager had verstopt in het plafond van de auto die bij zijn vader in gebruik was. De strafzaak tegen de vader is geseponeerd. De rechtbank verklaart het beklag ongegrond omdat niet buiten redelijke twijfel is dat klager als eigenaar/rechthebbende van het geld moet worden aangemerkt. HR herhaalt ECLI:NL:HR:2010:BL2823 m.b.t. de in een geval als dit aan te leggen maatstaf zijnde of klager redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft dus een onjuiste ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.