Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 5.3a.42 [Ruiten]
Geldend
Geldend vanaf 29-10-2021
- Bronpublicatie:
20-10-2021, Stcrt. 2021, 44366 (uitgifte: 28-10-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2021/267685)
- Inwerkingtreding
29-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-10-2021, Stcrt. 2021, 44366 (uitgifte: 28-10-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2021/267685)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Eisen | Wijze van Keuren | |
---|---|---|
1. | De voorruit en de naast de bestuurderszitplaats aanwezige zijruiten van bussen mogen geen beschadigingen of verkleuringen vertonen. Ten aanzien van de voorruit is het bepaalde in bijlage VIII, artikelen 96 tot en met 100, van toepassing. | Visuele controle. |
2. | De voorruit en de naast de bestuurderszitplaats aanwezige zijruiten van bussen mogen niet zijn voorzien van onnodige voorwerpen die het uitzicht van de bestuurder belemmeren. | Visuele controle. Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport. |
3. | Geen enkel deel van de aerodynamische voorziening of uitrusting mag, wanneer gemonteerd op een voertuig en zowel in de ingetrokken of ingeklapte stand als in de gebruiksstand, boven de onderrand van de voorruit uitkomen, tenzij deze voor de bestuurder niet direct zichtbaar is als gevolg van het instrumentenpaneel of andere standaardbinneninrichting. | Visuele controle. Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport. |
4. | De lichtdoorlatendheid van de voorruit en de naast de bestuurderszitplaats aanwezige zijruiten mag niet minder dan 55% bedragen. | Visuele controle, in geval van twijfel wordt gemeten. Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport |
5. | De bus moet zodanig zijn ingericht of uitgerust dat verblinding van de bestuurder door en weerkaatsing van de binnenverlichting wordt voorkomen. | Leden 4 en 5: visuele controle. |
6. | Bij bussen in gebruik genomen na 13 februari 2008, moeten vormen van visueel vermaak voor passagiers zich buiten het gezichtsveld van de bestuurder bevinden. |