Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 5.3a.44 [Installatie ter ontdooiing en ontwaseming]
Geldend
Geldend van 01-05-2009 tot 01-01-2025
- Redactionele toelichting
Deze regeling treedt tegelijk in werking met het Besluit voertuigen (21-02-2009, Stb. 143).
- Bronpublicatie:
10-04-2009, Stcrt. 2009, 81 (uitgifte: 29-04-2009, regelingnummer: CEND/HDJZ-2009/388)
- Inwerkingtreding
01-05-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-04-2009, Stb. 2009, 184 (uitgifte: 01-01-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Eisen | Wijze van Keuren | |
---|---|---|
1. | Bussen die na 30 juni 1985 in gebruik zijn genomen, moeten zijn voorzien van een goed werkende installatie ter ontdooiing en ontwaseming van de voorruit. | Leden 1 tot en met 3: visuele controle, waarbij de installatie in werking wordt gesteld. |
2. | Bussen die na 30 juni 1985 in gebruik zijn genomen, moeten zijn voorzien van een goed werkende installatie ter verwarming van de passagiersruimte. | |
3. | Bussen die na 30 juni 1985 in gebruik zijn genomen, moeten zijn voorzien van een goed werkend ventilatiesysteem voor de passagiersruimte welke voldoende luchtcirculatie waarborgt. |