Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 5.3a.47 [Bescherming inzittenden]
Geldend
Geldend van 20-05-2018 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
11-05-2017, Stcrt. 2017, 27126 (uitgifte: 12-05-2017, regelingnummer: IENM/BSK-2017/117058)
- Inwerkingtreding
20-05-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2017, Stcrt. 2017, 27126 (uitgifte: 12-05-2017, regelingnummer: IENM/BSK-2017/117058)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Eisen | Wijze van Keuren | |
---|---|---|
1. | Bussen die na 31 december 1997 in gebruik zijn genomen en T100-bussen, moeten zijn voorzien van gordels voor:
| Visuele controle. In geval van een kampeerwagen is de controle beperkt tot de voorste zitplaatsen en tot de overige zitplaatsen voor zover deze zijn voorzien van gordels. |
2. | In afwijking van het eerste lid, moeten de volgende bussen zijn voorzien van gordels voor alle naar voren en naar achteren gerichte zitplaatsen:
| Leden 2 en 3: visuele controle. |
3. | Het eerste en tweede lid is niet van toepassing op:
| |
4. | De gordels moeten deugdelijk zijn bevestigd en mogen niet zijn beschadigd. Het pluizen van de gordel wordt niet gezien als een beschadiging. Indien sprake is van corrosie, is het bepaalde in bijlage VIII, hoofdstuk 1, titel 2, afdelingen 1, 2 en 3, van toepassing. | Visuele controle, waarbij een eventuele rolgordel volledig wordt uitgetrokken. |
5. | De gordels moeten zijn voorzien van een goed werkende sluiting en een goed werkende blokkering. Oprolmechanismen moeten zodanig functioneren dat de gordel aanligt na het omdoen ervan. | Visuele controle. Hierbij wordt de gordel in de sluiting gebracht. Indien de gordel is voorzien van een oprolmechanisme, wordt de gordel omgedaan. De blokkering wordt gecontroleerd door te trekken aan de gordel; indien dit geen uitsluitsel biedt, moet bij een bus met een toegestane maximummassa van niet meer dan 3.500 kg tijdens een remproef op de weg het blokkeren van de gordel worden gecontroleerd. |
6. | De vloer, handvatten en handrails van bussen die beschikken over staanplaatsen, moeten deugdelijk zijn uitgevoerd. | Visuele controle. |
7. | De waarschuwingsinrichting van het gordelspansysteem en gordelkrachtbegrenzingssysteem van bussen in gebruik genomen na 31 december 2017, mag geen defect aangeven. | Leden 7 en 8: visuele en auditieve controle. Wanneer na het starten van de motor een optisch of akoestisch waarschuwingssignaal wordt afgegeven dat het systeem niet goed functioneert, wordt ervan uitgegaan dat niet aan deze eis is voldaan. Indien het een bus met een toegestane maximummassa van niet meer dan 3.500 kg betreft, wordt in geval van twijfel een rijproef uitgevoerd. |
8. | De waarschuwingsinrichting van het airbagsysteem van bussen in gebruik genomen na 31 december 2017, mag geen defect aangeven. |