RvdW 2022/1003
Personen- en familierecht. Alimentatie. Voldoet niet-wijzigingsbeding in gemeenschappelijk verzoekschrift aan schriftelijkheidsvereiste van art. 1:159 lid 1 BW? Draagkracht en ouderschapsverlof; omstandigheden van het geval.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, F.R. Salomons, G.C. Makkink, K. Teuben
- Zaaknummer
21/03784
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1493, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:321, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑04‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑09‑2021
- Wetingang
Art. 1:159, 1:397 BW
Essentie
Personen- en familierecht. Alimentatie. Voldoet niet-wijzigingsbeding in gemeenschappelijk verzoekschrift aan schriftelijkheidsvereiste van art. 1:159 lid 1 BW? Draagkracht en ouderschapsverlof; omstandigheden van het geval.
Samenvatting
Noch uit art. 1:159 lid 1 BW zelf, noch uit de toelichting daarop volgt dat aan het vereiste dat een niet-wijzigingsbeding schriftelijk moet worden gemaakt, slechts kan worden voldaan door een geschrift dat door beide partijen persoonlijk wordt ondertekend. Aan het schriftelijkheidsvereiste van art. 1:159 lid 1 BW is voldaan in het geval dat het niet-wijzigingsbeding is neergelegd in het gemeenschappelijk verzoekschrift van partijen, dat namens hen ...