Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/1023
Caribische zaak. Moord (art. 2:262 SrC), poging doodslag (art. 2:259 jo 1:119 SrC) en overtreding art. 3 jo. art. 11 Vuurwapenverordening Curaçao. Motiveringsklacht met betrekking tot bewezenverklaring voorbedachte raad.
HR 18-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1474
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
21/02879
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1474, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:738, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑09‑2022
Essentie
Caribische zaak. Moord (art. 2:262 SrC), poging doodslag (art. 2:259 jo 1:119 SrC) en overtreding art. 3 jo. art. 11 Vuurwapenverordening Curaçao. Motiveringsklacht met betrekking tot bewezenverklaring voorbedachte raad.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/02879 C
Datum 18 oktober 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 22 juni 2021, nummer H-39/2020, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in de [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974,
hierna: de verdachte.