Derdenbeslag
Einde inhoudsopgave
Derdenbeslag (BPP nr. I) 2003/3.7.2.1:3.7.2.1 Inleiding: hoofdregels van verhaalsrecht
Derdenbeslag (BPP nr. I) 2003/3.7.2.1
3.7.2.1 Inleiding: hoofdregels van verhaalsrecht
Documentgegevens:
Mr. L.P. Broekveldt, datum 31-03-2003
- Datum
31-03-2003
- Auteur
Mr. L.P. Broekveldt
- JCDI
JCDI:ADS395758:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
78 De hoofdregels van verhaalsrecht zijn neergelegd in Titel 10 van Boek 3, waarvan in art. 3:276 het grondbeginsel is verwoord: tenzij de wet of een overeenkomst anders bepaalt, kan
'een schuldeiser zijn vordering op alle goederen van zijn schuldenaar verhalen.'
In het eerste lid van art. 3:277 is vervolgens bepaald dat alle schuldeisers in beginsel 'onderling een gelijk recht' hebben om uit de netto-opbrengst van de goederen van de schuldenaar te worden voldaan. In het tweede lid is echter voorzien in de mogelijkheid dat een schuldeiser bij overeenkomst met zijn schuldenaar kan bepalen dat zijn vordering 'jegens alle of bepaalde andere schuldeisers een lagere rang neemt dan de wet hem toekent'. Dit wordt in de praktijk 'achterstelling' van vorderingen genoemd.1 Zo zou bijv. schuldeiser (A) met schuldenaar (B) kunnen afspreken dat bepaalde vorderingen van (B) op (C) niet voor beslag door (A) vatbaar zijn. Ten slotte is in art. 3:278 bepaald dat het recht van voorrang voor een schuldeiser voortvloeit uit 'pand, hypotheek en voorrecht en uit de andere in de wet aangegeven gronden' (lid 1), en voorts dat voorrechten alleen 'ontstaan uit de wet' en dat zij rusten 'op bepaalde goederen of op alle tot een vermogen behorende goederen' (lid 2). Een van de meest belangrijke voorrechten is het - nog steeds zeer hoge - voorrecht van de fiscus (art. 21 lid 1 Invorderingswet 1990). Pand en hypotheek gaan echter weer 'boven voorrecht, tenzij de wet anders bepaalt' (art. 3:279).2 Voorrechten op bepaalde goederen hebben echter weer 'voorrang boven die welke op alle tot een vermogen behorende goederen rusten' (art. 3:280). De hier in het kort weergegeven hoofdregels gelden alle ook bij verhaal door middel van derdenbeslag.