Einde inhoudsopgave
Sturen met proceskosten (BPP nr. XII) 2011/3.3.10
3.3.10 Onvoorbereid, ondeugdelijk vertegenwoordigd of niet verschijnen ter zitting
mr. P. Sluijter, datum 31-10-2011
- Datum
31-10-2011
- Auteur
mr. P. Sluijter
- JCDI
JCDI:ADS593209:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Dit gedrag wordt genoemd door Lindijer 2006, p. 335, en Zon 2008, p. 45-46. Het niet-verschijnen en ondeugdelijk vertegenwoordigd verschijnen worden ook expliciet genoemd in de Handleiding regie vanaf de conclusie van antwoord, nrs. 27-29 en 33-36, te vinden op rechtspraak.nl.
Lindijer 2006, p. 335. Zie ook recenter HR 29 januari 2010, LJN BK5014, NJ 2010, 68, met betrekking op de mondelinge behandeling in de verzoekschriftprocedure.
Om hoger beroep te vermijden wordt rechters daarom geadviseerd niet te snel te kiezen voor een vonnis na niet-verschijnen of na ondeugdelijke vertegenwoordiging van een rechtspersoon, zie Handleiding regie vanaf de conclusie van antwoord, nrs. 28 en 36.
Wanneer partijen gelast worden om op een comparitie- of pleidooizitting te verschijnen, gebeurt dit met een bepaald doel: de rechter zal een schikking willen beproeven en/of een nadere toelichting willen krijgen op de stellingen van partijen. Dit doel wordt echter niet bereikt als een partij niet, ondeugdelijk vertegenwoordigd of onvoorbereid verschijnt.1 De andere partij en de rechter zijn dan voor niets verschenen, of de zitting is minder nuttig. Op grond van artikel 88 lid 4 Rv kan de rechter uit een niet-verschijnen of een weigering tot antwoorden de gevolgtrekkingen maken die hij geraden acht, maar de Hoge Raad heeft bepaald dat de rechter niet altijd hieruit mag afleiden dat de niet-verschenen partij daarmee haar stellingen prijsgeeft.2
Vaak zal een nieuwe zitting worden vastgesteld en in dat geval is het duidelijk dat er onnodige vertraging en gemaakte kosten zijn. Ook wanneer de rechtspersoon ondeugdelijk vertegenwoordigd is of een partij onvoorbereid is, zal dit regelmatig betekenen dat nieuwe processtappen nodig zijn. Denk daarbij aan aanvullende conclusies of aktes of aan een nieuwe comparitie. Daarnaast kan de rechter direct vonnis wijzen, wat vaak in het nadeel zal zijn van de niet-aanwezige partij, maar dat leidt al snel tot hoger beroep.3 In die gevallen is er sprake van verstorend procesgedrag.