Einde inhoudsopgave
Sturen met proceskosten (BPP nr. XII) 2011/3.3.1
3.3.1 Aanpak
mr. P. Sluijter, datum 31-10-2011
- Datum
31-10-2011
- Auteur
mr. P. Sluijter
- JCDI
JCDI:ADS593201:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Zie voor Nederland: Schrage 2007 en als oudere bron Okma 1945. Voor een rechtsvergelijkend onderzoek naar abuse of procedural rights, zie Taruffo (red.) 1999.
Lindijer 2006, p. 503, noemt bijvoorbeeld verwijtbaar procesgedrag als strijdig met de eisen van een goede procesorde, waarbij hij onder andere duidt op gevallen waarin bepaald procesgedrag meer nadeel voor de wederpartij of de samenleving veroorzaakt, dan nodig, omdat het gedrag geen rechtens te respecteren belang of doel dient, of omdat het beoogde, op zich rechtens respectabele belang of doel, evengoed op een andere, minder nadeel veroorzakende wijze bereikt had kunnen worden.' Deze definitie vertoont veel gelijkenis met die van verstorend procesgedrag in onderhavig onderzoek.
In België kan de rechter een partij beboeten wegens tergend of roekeloos geding, zie Lamine, Schoenaerts & Vaes 2003 (de grondslag is na het uitkomen van dat boek wel veranderd, sinds 2007: art. 780bis Ger.W. is nieuw en het oude 1072bis Ger.W is vervallen). Zie ook § 6.4.1.
Eshuis 2007; Van der Wiel 2004 maakt vooral onderscheid tussen rechtsplichten en lasten binnen het proces, zie de definities op p. 8-15.
In de inleiding werd reeds aangegeven dat partijgedrag een oorzaak kan zijn van vertragingen en inefficiëntie in het proces. In de vorige paragraaf is verstorend procesgedrag gedefinieerd. De volgende stap is het vinden van concrete gedragingen die onder die definitie vallen, zodat duidelijk wordt waar eventuele kostenprikkels zich op moeten richten. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van gedragingen die in de literatuur worden genoemd en die als verstorend procesgedrag kunnen worden aangemerkt.
Een complicerende factor hierbij is dat de term onnodig vertragend en/of kostenverhogend procesgedrag' geen juridische term is en in het huidige recht dus ook niet wordt gebruikt ter invulling van rechtsnormen. Dit wil echter niet zeggen dat in de literatuur nergens wordt beschreven hoe partijen nodeloze vertraging en kosten kunnen veroorzaken. Dit gebeurt wel degelijk, maar dan onder de noemer van rechtsfiguren als misbruik van bevoegdheid' (ofwel misbruik van proces-recht),1 'strijd met de goede procesorde'2 of 'nodeloos gemaakte kosten'. Ook het Belgische tergend of roekeloos geding' ,3 het proefschrift van Haardt uit 1945 over de kostenveroordeling en de verschillende criteria die in het familierecht gebruikt worden om te bepalen of een kostenveroordeling geboden is, bieden aanknopingspunten. Ten slotte zijn er publicaties waarin verstorende gedragingen als probleem beschreven worden, zonder dat dit (steeds) in het kader van een bespreking van een rechtsfiguur gebeurt, zoals in de rapporten van de fundamentele herbezinners en de dissertaties van Eshuis en Van der Wiel.4
De gevonden gedragingen worden hieronder één voor één besproken, met vermelding van de verschillende bronnen waarin de betreffende gedragingen werden genoemd en met een koppeling van de gedragingen aan de definitie van verstorend procesgedrag.