Einde inhoudsopgave
Sturen met proceskosten (BPP nr. XII) 2011/3.3.5
3.3.5 Overdreven hoge vordering
mr. P. Sluijter, datum 31-10-2011
- Datum
31-10-2011
- Auteur
mr. P. Sluijter
- JCDI
JCDI:ADS601339:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Lamine, Schoenaerts & Vaes 2003, p. 71-72.
Of wanneer een nodeloze discussie wordt uitgelokt, omdat een deel van de vordering evident kansloos is. In Kamerstukken II2010-2011, 32 418, nr. 5, p.15, wordt bijvoorbeeld gesuggereerd dat de rechter de proceskosten voor rekening van de schuldeiser laat, wanneer die hogere incassokosten vordert dan conform de regelgeving.
Haardt 1945, p. 28-30. Zie in dit verband ook het angelsaksische systeem van offers to settle, dat kort wordt besproken in § 6.3.
Deze door Haardt beschreven vorm van de bovenmatige vordering zou ook bij de categorie van het overbodig of prematuur proces' geschaard kunnen worden.
Lamine, Schoenaerts & Vaes wijzen op de vordering waarin een kennelijk overdreven hoge schadevergoeding wordt gevraagd.1 De vordering is dan wat de vaststelling van aansprakelijkheid betreft niet kansloos, maar met de omvang van de gevraagde vergoeding kan wel worden beoogd de ander te tergen. Het is de vraag of dergelijk gedrag uiteindelijk tot meer vertraging en kosten leidt en of het dus onder de definitie valt. Waarschijnlijk is dit niet altijd het geval, maar wel wanneer hierdoor een hogere schaal van het liquidatietarief wordt bereikt of wanneer de competentiegrens van de kantonrechter wordt overschreden, waardoor de wederpartij in een duurdere procesgang wordt gesleept dan nodig was.2
Haardt noemt nog een andere variant, namelijk die waarin de eiser veel te veel vordert en dan tijdens het proces zijn eis vermindert tot een bedrag waarmee de gedaagde van begin af aan heeft toegestemd.3 Ook dit leidt tot onnodig verspilde tijd en kosten.4