Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/551
Geregistreerd partnerschap. Verdeling ontbonden gemeenschap; verdeling bij helfte; afwijking op grond van redelijkheid en billijkheid; maatstaf; draagplicht van de ene partner voor door andere partner aangegane geldlening voor zijn advocaatkosten?
HR 22-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:723
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 april 2016
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
15/02195
- Conclusie
A-G mr. J.B.M.M Wuisman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:723, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2478, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑07‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑05‑2015
- Wetingang
Art. 1:80b, 1:100 BW
Essentie
Geregistreerd partnerschap. Verdeling ontbonden gemeenschap; verdeling bij helfte; afwijking op grond van redelijkheid en billijkheid; maatstaf; draagplicht van de ene partner voor door andere partner aangegane geldlening voor zijn advocaatkosten?
Ingevolge art. 1:80b BW in verbinding met art. 1:100 BW hebben geregistreerde partners tussen wie een gemeenschap van goederen bestond, in beginsel een gelijk aandeel in de ontbonden gemeenschap, zodat die gemeenschap bij helfte dient te worden verdeeld. Afgezien van de in de wet genoemde gevallen, is een afwijking van deze regel niet geheel uitgesloten. Zij kan evenwel slechts worden aangenomen in zeer uitzonderlijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.