Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/579
Insolventieverordening. Werkingssfeer; art. 4; toepassing regeling lidstaat inzake bestuurdersaansprakelijkheid op bestuurder van in andere lidstaat opgerichte vennootschap die voorwerp is van een insolventieprocedure. Art. 49, 54 VWEU; beperking vrijheid van vestiging?
HvJ EU 10-12-2015, ECLI:EU:C:2015:806 (Kornhaas)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
10 december 2015
- Magistraten
F. Biltgen, M. Berger, S. Rodin
- Zaaknummer
C-594/14
- Conclusie
A-G M. Szpunar
- Roepnaam
Kornhaas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Europees insolventierecht
EU-recht / Marktintegratie
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Europees belastingrecht / Europese verdragsvrijheden
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2015:806, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 10‑12‑2015
- Wetingang
Essentie
Simona Kornhaas tegen Thomas Dithmar q.q.
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door het Bundesgerichtshof (federaal hooggerechtshof, Duitsland) bij beslissing van 2 december 2014.
Insolventieverordening. Werkingssfeer; art. 4; toepassing regeling lidstaat inzake bestuurdersaansprakelijkheid op bestuurder van in andere lidstaat opgerichte vennootschap die voorwerp is van een insolventieprocedure. Art. 49, 54 VWEU; beperking vrijheid van vestiging?
Art. 4 Insolventieverordening moet aldus worden uitgelegd dat een vordering die op grond van een nationale bepaling als § 64, lid 2, eerste volzin, van de Duits wet op de vennootschap ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.