Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/558
Cassatieprocesrecht. Art. 426a lid 1 Rv. Niet-ontvankelijkheid. Verzoekschrift niet ondertekend door advocaat bij de Hoge Raad.
HR 22-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:732
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 april 2016
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
16/00035
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:732, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:60, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑02‑2016
Essentie
Cassatieprocesrecht. Art. 426a lid 1 Rv. Niet-ontvankelijkheid. Verzoekschrift niet ondertekend door advocaat bij de Hoge Raad.
Partij(en)
[de vader], verzoeker tot cassatie,
tegen
Gemeente Rotterdam, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie mr. F.F. Langemeijer:
1.
De Gemeente Rotterdam heeft gezinsbijstand verleend aan [de vrouw] (hierna: de vrouw), mede ten behoeve van haar minderjarige dochter. Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten tot verhaal op de vader, [de vader], van gemaakte en nog te maken kosten van bijstand ten behoeve van deze minderjarige. Bij beschikking van 9 januari 2015 heeft de rechtbank Rotterdam op verzoek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.