Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/236
Het hof heeft de juistheid van de stellingen die ten grondslag liggen aan het verweer dat de noodweersituatie al was ontstaan voordat verdachte de voordeur van de woning had geopend, in het midden gelaten. Gelet hierop is de verwerping van het verweer ontoereikend gemotiveerd.
HR 07-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:168
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 februari 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/01084
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:168, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1466, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑2016
Essentie
Het hof heeft de juistheid van de stellingen die ten grondslag liggen aan het verweer dat de noodweersituatie al was ontstaan voordat verdachte de voordeur van de woning had geopend, in het midden gelaten. Gelet hierop is de verwerping van het verweer ontoereikend gemotiveerd.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 15 februari 2016, nummer 21/005666-15, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. B.P. de Boer, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.J.M. Machielse:
1.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, heeft verdachte op 15 februari 2016 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.