Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/223
Art. 81 lid 1 RO. Onrechtmatige daad. Appelprocesrecht. Zijn uitlatingen in brief van vereniging aan leden onrechtmatig jegens andere vereniging? Beroep op ongeoorloofde vergelijkende reclame (art. 6:194a BW); maatstaf; nieuwe grief bij pleidooi in appel?
HR 10-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:218
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 februari 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/00220
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:218, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1235, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2016
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Onrechtmatige daad. Appelprocesrecht. Zijn uitlatingen in brief van vereniging aan leden onrechtmatig jegens andere vereniging? Beroep op ongeoorloofde vergelijkende reclame (art. 6:194a BW); maatstaf; nieuwe grief bij pleidooi in appel?
Partij(en)
De Kruisvereniging Noord-Brabant, te Roosendaal, eiseres tot cassatie, adv.: mr. H.J.W. Alt,
tegen
Kruiswerk voor u, Gemeente Rucphen, te Sprundel, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent:
Het gaat in de onderhavige kortgedingprocedure om vermeende onrechtmatige uitlatingen in twee brieven die verweerster in cassatie (hierna: Kruiswerk) heeft gestuurd naar leden van eiseres tot cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.