Einde inhoudsopgave
RvdW 2012/248
Merkenrecht. Inbreuk op woord- en beeldmerken ‘Red Bull’; onderscheidend vermogen. Overeenstemming tussen merk en teken? Begrip ‘geldige reden’ in de zin van art. 5 lid 2 Richtlijn 89/104/EEG (Merkenrichtlijn); HR stelt prejudiciële vraag aan HvJEU.
HR 03-02-2012, ECLI:NL:HR:2012:BU4915 (De vries/Red Bull)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 februari 2012
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, E.J. Numann, J.C. van Oven, F.B. Bakels, G. Snijders
- Zaaknummer
10/02162
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
BU4915
- Roepnaam
De vries/Red Bull
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BU4915, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑02‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BU4915, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑11‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑04‑2010
- Wetingang
Essentie
Merkenrecht. Inbreuk op woord- en beeldmerken ‘Red Bull’; onderscheidend vermogen. Overeenstemming tussen merk en teken? Begrip ‘geldige reden’ in de zin van art. 5 lid 2 Richtlijn 89/104/EEG (Merkenrichtlijn); HR stelt prejudiciële vraag aan HvJEU.
De stelling dat het onderscheidend vermogen van het element “Bull” is tenietgegaan, althans sterk is verwaterd als gevolg van het feit dat een licentie is verleend voor het op de markt brengen van het drankje BULLIT, heeft het hof niet kenbaar in zijn overwegingen betrokken. Niet uitgesloten is dat die stelling, indien deze juist zou zijn bevonden, zou hebben geleid tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.