Einde inhoudsopgave
RvdW 2012/257
Vervolg van HR 13 juni 2008, LJN BC9945, NJ 2008/336. Totstandkoming overeenkomst van geldlening? Oordeel verwijzingshof dat dit niet door eiser is bewezen. Art. 81 RO.
HR 03-02-2012, ECLI:NL:HR:2012:BU7252
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 februari 2012
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, W.D.H. Asser, C.E. Drion
- Zaaknummer
10/04958
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BU7252
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BU7252, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑02‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BU7252, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2011
Essentie
Vervolg van HR 13 juni 2008, LJN BC9945, NJ 2008/336. Totstandkoming overeenkomst van geldlening? Oordeel verwijzingshof dat dit niet door eiser is bewezen. Art. 81 RO.
Partij(en)
[De vader], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv.: mr. P. Garretsen,
tegen
- 1.
[A] C.V., te [vestigingsplaats],
- 2.
[De zoon], te [woonplaats], verweerders in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie plv. P-G: mr. De Vries Lentsch-Kostense
Inleiding
1.
De onderhavige zaak — die de vraag betreft of thans eiser tot cassatie (verder: [de vader]) aan zijn zoon, thans verweerder in cassatie sub 2 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.