Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/672
Falende bewijsklacht m.b.t. bewijsbestemming valse geschriften (jaarrekeningen of balansen) inzake waarde aandelen vennootschap, nu daarin niet het afgegeven pandrecht was opgegeven (vervolg op HR 4 maart 2014, NJ 2014/474). Ambtshalve: geen verjaring tenlastegelegde oplichting, omdat het strafmaximum in 2006 is verhoogd van drie naar vier jaren (vgl. HR 29 januari 2010, NJ 2010/231). Materieel strafrecht.
HR 06-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1029
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 juni 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink
- Zaaknummer
15/03044
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1029, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑06‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:397, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑2017
Essentie
Falende bewijsklacht m.b.t. bewijsbestemming valse geschriften (jaarrekeningen of balansen) inzake waarde aandelen vennootschap, nu daarin niet het afgegeven pandrecht was opgegeven (vervolg op HR 4 maart 2014, NJ 2014/474). Ambtshalve: geen verjaring tenlastegelegde oplichting, omdat het strafmaximum in 2006 is verhoogd van drie naar vier jaren (vgl. HR 29 januari 2010, NJ 2010/231). Materieel strafrecht.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 9 juni 2015, nummer 20/003594-14, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. J.L.E. Marchal, Maastricht.