Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/488
Beklag, beslag ex art. 94a Sv op loods onder zoon klager. Klacht dat uit beschikking van Rb. niet volgt dat klager wist of redelijkerwijs kon vermoeden dat loods aan klager is gaan toebehoren met kennelijke doel de uitwinning ten laste van als verdachte aangemerkte zoon van klager te bemoeilijken of te verhinderen. Middel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in arrest dat HR vandaag heeft uitgesproken in zaak 21/01451, ECLI:NL:HR:2022:579 (RvdW 2022/486).
HR 19-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:581
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 april 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, C. Caminada
- Zaaknummer
21/02095
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:581, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:210, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑03‑2022
Essentie
Beklag, beslag ex art. 94a Sv op loods onder zoon klager. Klacht dat uit beschikking van Rb. niet volgt dat klager wist of redelijkerwijs kon vermoeden dat loods aan klager is gaan toebehoren met kennelijke doel de uitwinning ten laste van als verdachte aangemerkte zoon van klager te bemoeilijken of te verhinderen. Middel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in arrest dat HR vandaag heeft uitgesproken in zaak 21/01451, ECLI:NL:HR:2022:579 (RvdW 2022/486).
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/02095 B
Datum 19 april 2022
BESCHIKKING
op het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.