Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/469
Wvggz. Zorgmachtiging (o.g.v. art. 2.3 lid 1 Wet forensische zorg en art. 6:5, onder a, Wvggz). Bezwaar tegen bepaalde vorm van verplichte zorg.
HR 22-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:625
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 april 2022
- Magistraten
Mrs. C.H. Sieburgh, S.J. Schaafsma, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/05399
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:625, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:192, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑02‑2022
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer​ 21/05399
Datum ​ 22 april 2022
BESCHIKKING
In de zaak van
[betrokkene] ,wonende te [woonplaats] ,
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: betrokkene,
advocaat: J. van Weerden,
tegen
DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT LIMBURG,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de officier van justitie,
niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. M.L.C.C. Lückers:
1. Inleiding en samenvatting
1.1
In deze Wvggz-zaak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.