Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/476
Deelname aan criminele organisatie die zich bezighoudt met hennepteelt, art. 140 lid 1 Sr. Bewijsklachten. Redengevendheid voor bewijs gebruikte verklaring getuige en OVC gesprekken van latere datum en pleegperiode. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 19-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:575
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 april 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.E.M. Röttgering, C. Caminada
- Zaaknummer
20/02006
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:575, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:204, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑03‑2022
- Wetingang
Art.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/02006
Datum 19 april 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 30 juni 2020, nummer 21-004144-15, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E. Harteveld:
1.
De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.