Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/468
Art. 81 lid 1 RO. Nationaliteitsrecht. Verlies Nederlanderschap; termijn art. 15 lid 1, aanhef en onder b, RWN; vlucht naar en detentie in Marokko. Verlies Unieburgerschap; recht op consulaire bijstand; ongelijke behandeling; art. 20 lid 2, onder c, VWEU; art. 21 Handvest EU.
HR 22-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:635
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 april 2022
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
21/02513
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:635, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1197, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2021
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer​ 21/02513
Datum ​ 22 april 2022
BESCHIKKING
In de zaak van
[verzoeker],verblijvende te Marokko,
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: verzoeker,
advocaat: G.E.M. Later,
tegen
de STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Justitie en Veiligheid,
Immigratie- en Naturalisatiedienst),zetelende te ’s-Gravenhage, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.